Het kraken van de genetische code

Je lichaam bestaat uit zeer veel cellen. In elke celkern zit DNA die voor jou uniek is en je erfelijk materiaal bevat. DNA geef je door aan je kinderen. In 1944 werd gevonden dat in het DNA de erfelijke aanleg is vastgelegd. Dat wil zeggen dat DNA de informatie bevat voor jouw eigenschappen, zoals je bloedgroep en de kleur van je ogen.

DNA bevindt zich in alle cellen van het lichaam. In dit onderzoek wordt DNA verkregen uit speeksel met behulp van een spuugbakje. Door het DNA uit speeksel te analyseren kunnen specifieke genen worden gevonden die geassocieerd zijn met eetstoornissen. Een gen is een stukje DNA. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent.

Door genen op te sporen die geassocieerd zijn met eetstoornissen kunnen biologische oorzaken gevonden worden die bijdragen aan het ontstaan van eetstoornissen. Bij mensen is het DNA verdeeld over 23 strengen, ook wel chromosomen genoemd. Deze chromosomen samen vormen het genoom. Voor dit onderzoek zal het volledige genoom worden bekeken. Dit analyse proces staat ook wel bekend als een genoom wijde associatie studie (GWAS). Dit onderzoek vergelijkt erfelijke informatie (zogenaamde genotypes) van mensen die een eetstoornis hebben ervaren met de genotypes van mensen die dit niet hebben.

Het onderzoeken van genen helpt ons bij het ontwikkelen van nieuwe, effectievere, gepersonaliseerde behandelingen en preventie mechanismen.

Op zoek naar patronen

Eerdere internationale onderzoeken hebben gekeken naar hoe de genetische aanleg van een individu bijdraagt aan het ontwikkelen van een eetstoornis. Hierbij zijn maar een aantal specifieke genen gevonden en er zijn nog vele genen te vinden die geassocieerd kunnen zijn met eetstoornissen. De huidige studie biedt de mogelijkheid om genetische factoren te kunnen vinden die bepalen waarom sommige mensen eetstoornissen ervaren en andere niet. Daarnaast geeft dit inzicht in hoe goed mensen reageren op behandeling.

Door DNA van mensen met eetstoornissen te vergelijken met andere stoornissen kan de relatie tussen eetstoornissen en problematiek zoals: depressie, angststoornissen, en problematisch middelengebruik beter in kaart worden gebracht.